Safe House en trainingscentrum in Tanzania
Mugumu, Mara-regio, Tanzania

Jaarlijks vluchten honderden meisjes in de Mara-regio in Tanzania van huis om te ontkomen aan de traditionele vrouwenbesnijdenis.

In 2014 is met steun van het Tanzania Development Trust in Mugumu een Safe House opgezet en in 2017 een tweede Safe House in Butiama. Daar worden meisjes en jonge vrouwen opgevangen die zijn gevlucht voor genitale verminking en ander gender-gerelateerd geweld.

In 2015-2016 zijn bij het Mugumu Safe House en in 2018-2019 bij het Butiama Safe House met steun van de Van Doorn Stichting recreatie- en trainingscentra opgezet waar deze meisjes een vak kunnen leren en afleiding vinden.

Project is succesvol uitgevoerd!

Ingezameld voor fase 1: € 18.200,-
Ingezameld voor fase 2: € 8.500,-

Sponsoren: Addo Kranendonk Fonds, S en C vd Lee Stichting en Soroptimist Club – West Betuwe

Projectinformatie
De situatie

De Mara-regio ligt ten noorden van Mwanza en bestrijkt een groot gebied van Lake Victoria, van het Serengeti National Park tot aan de grens met Kenia; ook wel het land van de Maasai genoemd.

Deze staat bekend bekend om de meest diverse, prachtige en spectaculaire ecosystemen van Afrika en mogelijk de mooiste safari’s ter wereld, maar ook door de Maasai, de semi-nomadische lokale bevolking die bekend is om hun opvallende gewoonten en kleding. Even goed bekend zijn de Abakuria, oorspronkelijk vooral ook veehoedende nomaden, maar met een geschiedenis van gedwongen migraties uit de buurt van de grotere en krachtigere Maasai. Dit heeft ertoe geleid dat het land van de Abakuria uiteindelijk beperkt is tot de heuvels net ten oosten van Lake Victoria. Zelfvoorzienende landbouw heeft de veehouderij overgenomen als primaire bron van inkomsten. Dat neemt niet weg dat vee nog altijd belangrijk is voor de Abakuria, niet alleen voor voedsel (vooral melk), maar ook voor gebruik in rituele ceremonies en voor de uitwisseling van de bruidsschatten.

De Abakuria-samenleving is sterk patriarchaal, met oudere mannen die beslissen over alle belangrijke zaken van elke gemeenschap. Zowel jongens als meisjes die de puberteit hebben bereikt moeten een pijnlijke besnijdenis ondergaan, uitgevoerd zonder verdoving. De Abakuria geloven dat vrouwenbesnijdenis noodzakelijk is en een man kan elke vrouw die dit niet heeft ondergaan, verwerpen als niet-huwbaar of slechts een lage bruidsschat waardig. Maar voor anderen is vrouwenbesnijdenis niets minder dan genitale verminking en deze gewoonte krijgt veel kritiek uit het buitenland en van vrouwen die dit zelf hebben moeten ondergaan.

Het belang van het project

Meisjes hebben veelal geen toegang tot onderwijs of een beroepsopleiding als gevolg van de tradities en gewoonten van hun stammen. Bij het bereiken van adolescentie lopen veel meisjes / jonge vrouwen van huis weg om te ontsnappen aan de genitale verminking en ander gendergerelateerd geweld. Sommige meisjes vluchtten naar de kerk en vragen daar om bescherming.

Met steun van het Tanzania Development Trust heeft het Bisdom van Mara in 2014 een Safe House gebouwd waar meisjes / jonge vrouwen die voor genitale verminking en ander gendergerelateerd geweld zijn gevlucht, een veilig onderkomen vinden.

Het verloop en resultaat van fase 1

Met steun van de Van Doorn Stichting is in 2015 een trainingscentrum opgezet waar jonge vrouwen en meisjes een vak kunnen leren en de nodige afleiding krijgen. Het in 2014 gebouwde Safe House beschikte al over recreatieruimten die ook gebruikt konden worden voor de vakopleidingen. In maart 2015 lukte het ons de EUR 4.300 te verzamelen die nodig was voor de salarissen van de leerkrachten en de aanschaf van naaimachines en stof. Het Bisdom leverde een bijdrage in de vorm van transport (bus), de schooluniformen en schoolboeken voor de meisjes en het Tanzaniaanse Development Trust stelde fondsen ter beschikking waarmee het mogelijk werd om een dubbel aantal meisjes een vakopleiding te laten volgen. Eind maart 2015 werden de leermiddelen besteld en in april 2015 startten de eerste vakopleidingen.

In september 2015 bleek dat na een half jaar het centrum al zoveel inkomsten genereerde (met behulp van de verkoop van door het centrum zelf geproduceerde artikelen) dat het 60% van de operationele kosten al zelf kon financieren. En de voortgangsrapportage van december 2015 liet zien dat het centrum al zoveel inkomsten genereert dat het de 170 gevluchte meisjes de nodige basisbehoeften kan bieden. De duurzaamheid van dit centrum ziet er dan ook veelbelovend uit!

Het Safe House wilde naast het VTC graag een atelier opzetten waar de jonge vrouwen en meisjes die het vak hebben geleerd een vervolgopleiding kunnen krijgen en praktijkervaring op kunnen doen. In het atelier kunnen ze hoogwaardige producten produceren voor verkoop op verschillende markten. Het atelier maakt het ook mogelijk aan diegenen waarvoor een langer verblijf in het Safe House noodzakelijk is, vanwege omstandigheden thuis, om hun vaardigheden te blijven oefenen en optimaliseren. Uiteindelijk zullen zij dan in staat zijn om hun eigen inkomsten te genereren (een huisatelier beginnen).

In 2016 heeft de van Doorn Stichting dankzij het Addo Kranendonk Fonds EUR 13.900 beschikbaar kunnen maken voor de bouw van het atelier en de aanschaf van naaimachines en andere leermiddelen. In maart 2016 werd met de bouw van het atelier begonnen.

Nou vindt bij de Masai de besnijdenis van jonge meisjes traditiegetrouw in de maand december plaats en elk jaar heeft het management van het Safe House de handen vol aan de opvang van de grote groep jonge meisjes die hiervoor vluchten. In december 2016 waren dat 275 meisjes waarvan er uiteindelijk ca. 155 na onderhandelingen met de ouders weer naar huis teruggegaan zijn. Naast de opvang van de meiden kosten de onderhandelingen met hun ouders ook veel tijd. Hierdoor duurde de bouw van het atelier langer dan gepland, maar begin 2017 is het toch in gebruik genomen!

Het verloop en resultaat van fase 2

In juli 2017 is besloten om een tweede Safe House op te zetten in Butiama, eveneens in de Mara Regio. Voor dit tweede Safe House werd een aparte, onafhankelijke organisatie opgezet: de ‘Hope for Girls and Women in Serengeti’. Het team dat het eerste Safe House had opgezet werd ondergebracht bij deze nieuwe organisatie.

In september 2017 én augustus 2018 ontving de Van Doorn Stichting van de Soroptimist Club – West Betuwe, een donatie van resp. EUR 2.500,- en EUR 3.500,- om ook bij het tweede Safe House, een trainingscentrum op te zetten. Met deze donaties zijn daarvoor de benodigde trainingsmiddelen (machines, gereedschappen)) aangeschaft. In juni 2019 heeft de S&C vd Lee Stichting EUR 2.500 ter beschikking gesteld voor dit nieuwe recreatie- en trainingscentrum. Deze zijn besteed aan de aanschaf van trainingsmateriaal voor de training in het maken van batikstoffen, zeep, manden en geborduurde tafellakens.

Mogelijk dat ook dit centrum na van loop van tijd voldoende inkomsten genereert (met behulp van de verkoop van door het centrum zelf geproduceerde artikelen) dat het de operationele kosten van het centrum kan financieren.