Beroepsopleidingen voor tienermoeders in Kameroen
Menji, Kameroen

De Van Doorn Stichting helpt de Community Initiative for Development Communication (CODEC) in Kameroen bij de opzet van een beroepsopleiding voor tienermoeders in Menji, Kameroen. CODEC heeft in 2015 al met succes een opleidingscentrum opgezet in Limbe en wil nu een tweede centrum opzetten in Menji.

Gered Gereedschap maakt de daarvoor benodigde naaimachines beschikbaar en de Van Doorn Stichting fondsen voor de aanschaf van trainingsmateriaal en het salaris van 2 trainers voor het eerste jaar.

Project verloopt voorspoedig!

Ingezameld: € 3.300,-

Projectinformatie
De situatie

Het Aminkeng Centre for Empowerment of Young Women bevindt zich in Limbe, in het zuidwesten van Kameroen. Een filiaal van het Aminkeng Center is gepland in Menji, in dezelfde regio. Menji ligt in het Lebialem Highland in het zuidwesten van Kameroen. Het is een agrarische gemeenschap waarvan de inwoners afhankelijk zijn van zelfvoorzienende landbouw om te overleven. De belangrijkste geteelde gewassen omvatten maniok, colocasia, weegbree, jacht op bushmeat voor eiwitbehoeften en een zeer lage productie van cashgewassen zoals cacao en koffie. In Menji worden niet duurzame landbouwvoorzieningspraktijken uitgevoerd in een omgeving die een mondiale hotspot is voor biodiversiteit.

Limbe ligt aan de voet van de berg Kameroen en is een van de weinige steden aan de kust van Kameroen. Economisch gezien is Limbe het centrum van de enige olieraffinaderij van het land, SONARA, en bovendien zetelt hier het grootste landbouwbedrijf, CDC. De regio is onlangs een bestemming geworden voor ontheemde personen die op de vlucht zijn voor conflicten. Zonder levensvaardigheden is criminaliteit hier het enige alternatief.

Het belang van het project

In deze regio is het al sinds oktober 2016 sociaal onrustig, doordat de Engelstalige minderheid (20%) in deze regio wordt gemarginaliseerd door de Franstalige meerderheid (80%). Jonge vrouwen en tienermeisjes zonder enige levensvaardigheden worden gedwongen tot prostitutie om te overleven, maar ook tot kindhuwelijken. Er is sprake van vroege zwangerschappen en geboortes, gebruik van drugs, verspreiding van ziektes, beroving en lage scholing.

Alleenstaande moeders in Kameroen ervaren armoede, discriminatie op grond van geslacht, werkloosheid, stigmatisering en slechte levensomstandigheden, resulterend in negatieve gevolgen voor hun kinderen, zoals een hogere kindersterfte, een slecht opleidingsniveau, een slechte gezondheid en delinquent gedrag.

Terwijl Limbe veel lagere en middelbare scholen en een paar beroepscentra heeft, heeft Menji slechts één middelbare school, twee lagere scholen en geen enkel beroepsopleidingscentrum. Uit een enquête van CODEC bleek bovendien dat het merendeel van de beroepscentra in Limbe (13 in totaal) feitelijk kleine individuele workshops zijn die tussen de 2 en 6 leerlingen trainen zonder formeel curriculum. Het betreft hier eigenlijk meer kinderarbeid en uitbuiting, dan training; de ‘leerlingen’, zoals ze worden genoemd, werken meer voor hun baas dan dat ze worden opgeleid.

De uitvoerende organisatie

Dit project wordt uitgevoerd door CODEC (Community Initiative for Development Communication). CODEC is in 2012 opgericht door welwillende vrijwilligers uit de gemeenschap die zelf het slachtoffer zijn geweest van armoede, slechte gezondheid, analfabetisme, uitsluiting van gemeenschapsontwikkeling en besluitvormingsprocessen.

CODEC heeft in 2015 het Aminkeng Center in Limbe opgericht. Met behulp van subsidies van lokale autoriteiten worden hier trainingen gegeven. De producten die de jonge vrouwen tijdens de training maken worden in een frontwinkel in het centrum verkocht zodat inkomsten voor het centrum worden gegenereerd. Het trainingscentrum in Limbe is uitgerust met naaimachines die zijn geschonken door de lokale gemeenschap en CODEC-leden.

Het beoogde projectresultaat

Vanwege de alarmerende situatie in Menji wil CODEC daar in 2019 een tweede trainingscentrum vestigen. Net als in Limbe wil CODEC jonge vrouwen kennis en vaardigheden bijbrengen die hen in staat stelt in hun eigen levensonderhoud te voorzien. De alleenstaande tienermoeders ontwikkelen hiervoor vaardigheden in met maken van kleding en van binnen- en buitendecoratie. Het centrum wil minstens 150 jonge vrouwen per jaar trainen en hen voorzien van technische ondersteuning en micro-kredieten waarmee ze eigen kleine bedrijfjes kunnen starten en een marketingketen voor hun producten kunnen creëren.

De kans op duurzaamheid

Met steun van de Van Doorn Stichting heeft CODEC een bedrijfsplan voor het Aminkeng trainingscentrum ontwikkeld dat voorziet in een aanpak om de doelstellingen te bereiken, het centrum efficiënt te laten functioneren en de duurzaamheid van het centrum te borgen. De jaarlijkse kosten zijn begroot op € 19.000 (trainingscentrum, leerkrachten, leermateriaal, enz.) en de jaarlijkse inkomsten op € 20.000 (cursusgeld en verkoop van door leerlingen gemaakte artikelen).

Het verloop van het project

Voor het eerste exploitatiejaar van het nieuwe centrum is een bedrag van € 26.300 nodig. CODEC kan de operationele kosten financieren met de € 13.200 aan inkomsten uit cursusgeld en de verkoop van artikelen die door de leerlingen zijn gemaakt. CODEC kan bovendien rekenen op een subsidie van het nationale werkgelegenheidsfonds van € 2.000 voor de microkredieten en /of subsidies aan leerlingen. CODEC hoeft geen huur te betalen; de lokale gemeenschap stelt de trainingslocaties beschikbaar ter waarde van € 3.000.

De Stichting Gered Gereedschap heeft de benodigde apparatuur, ter waarde van € 4.800, beschikbaar gesteld. Het gaat hierbij om naaimachines die in juli 2019 zijn geleverd.

De Van Doorn Stichting financiert € 3.300 voor de aanschaf van trainingsmateriaal en de betaling van het salaris voor de twee trainers van het nieuwe trainingscentrum tijdens de opstartperiode.

Het resultaat

Al voor de aankomst van de door Gered Gereedschap geleverde naaimachines had CODEC het Aminkeng trainingscentrum in Menji ingericht met schoolmeubilair, aangesloten op het elektriciteitsnet en de leerkrachten gerekruteerd.
Tegelijktijdig met de aankomst van de naaimachines werd door de Van Doorn Stichting de fondsen beschikbaar gemaakt voor de aanschaf van trainingsmateriaal en voor de salarissen van de leerkrachten.

De eerste groep tienermoeders is ondertussen met hun opleiding begonnen en heeft de basiskennis voor het maken van kleding opgedaan, zodat zij deze nu in praktijk kunnen brengen en de eerste (verkoopbare) kledingstukken kunnen maken.