In Kenia hebben 14 op de 1000 kinderen matig tot ernstig gehoorverlies. Slechts een heel klein percentage van hen heeft toegang tot speciaal onderwijs. Dit gebrek aan toegang tot bijzonder onderwijs belemmert niet alleen hun scholing, maar ook hun algehele sociale en economische ontwikkeling. In de negentiende eeuw begonnen missionarissen uit Europa met het oprichten van scholen voor doven. Het St. Joseph Institute for the deaf, dat in 1965 werd opgericht, is een van de eerste scholen voor doven in Kenya. Het Instituut heeft ​​momenteel 598 studenten, waarvan 296 meisjes en 302 jongens. Hoewel het Instituut ook studenten toelaat die geen gehoorstoornis hebben, blijft de missie van het Instituut om te voorzien in de behoeften van slechthorenden die niet naar de middelbare school kunnen of die hun middelbare school hebben afgerond en geïnteresseerd zijn in technische training. Om de school voor doven ook toegankelijk te maken voor financieel achtergestelde jongeren, moet hun opleiding worden gesubsidieerd en hebben zij een helpende hand (starter toolkits) nodig om na afronding van de opleiding hun eigen bedrijf te kunnen starten.

Het St. Joseph Technical Institute bevindt zich in Nyang’oma, een klein dorpje in Siaya County, gelegen nabij de evenaar, 60 km ten noordwesten van de stad Kisumu. Het dorp werd beroemd na de verkiezing van Barack Obama tot president omdat het de geboorteplaats is van Barack Obama’s vader.

Siaya County heeft een bevolking van zo’n 1 miljoen mensen en kent een hoge bevolkingsgroei. De meeste mensen werken in de landbouw en visserij.  Er zijn maar weinig banen in de commerciële sector en de openbare dienstverlening. Veel mensen vinden een inkomen in de informele economie. Naarmate meer jongeren de arbeidsmarkt betreden als gevolg van de snelle bevolkingsgroei, zal de druk op de beschikbare werkgelegenheid alleen nog maar toenemen. De jeugdwerkloosheid is al hoog en jongeren met een beperking (zoals doven en slechthorenden) hebben bovendien last van stigmatisering en hebben weinig kansen om een ​​vak te leren. De beroepsopleidingen voor doven en slechthorenden die het St. Joseph Institute aanbiedt geven gehoorgestoorden een uitstekende kans om een vak te leren, maar zijn niet goedkoop. De zes maanden durende kleermakers-, las- en timmercursussen kosten KES 15.000. Dit is niet weggelegd voor jongeren uit financieel minderbedeelde families. Zij zijn daarom niet in staat om bijzonder onderwijs te volgen. Het doel van dit project is om gehoorgestoorde jongeren uit arme gezinnen gelijke kansen te geven op het volgen van aangepast speciaal beroepsonderwijs.

Het St. Joseph’s Technical Institute in Nyang’oma werd in 1965 opgericht door de Franciscaner Zusters van St. Anna en officieel erkend in 1972 door het Ministerie van Onderwijs.

Het St. Joseph Technical Institute for the deaf streeft ernaar om toegankelijke, inclusieve technische en beroepsopleidingen te bieden aan studenten met een gehoorbeperking, waardoor ze economische onafhankelijkheid en sociale inclusiviteit kunnen bereiken. Het Instituut levert hoogwaardige, toegankelijke beroepsopleidingen voor studenten met een gehoorbeperking; en stelt hen in staat voor zichzelf te zorgen door de ontwikkeling van vaardigheden gericht op employability en zelfredzaamheid. Het Instituut bevordert inclusief onderwijs dat is aangepast aan de behoeften van studenten met een beperking en onderhoudt partnerschappen, zoals met de Young People with Disability Foundation (YPWDF), om de ondersteuning van studenten met een beperking te maximaliseren.

Dit project heeft tot doel de maatschappelijke positie te versterken van 18 gehoorgestoorde jongeren uit omliggende dorpen van Nyang’oma door gesubsidieerde vakopleidingen aan te bieden, samen met het benodigde gereedschap om een vak uit te oefenen of een bedrijfje te beginnen. Naast het opdoen van kennis verwerven deelnemers aan de cursussen vaardigheden middels praktijkstages als timmerman, kleermaker, lasser of monteur. Naast vakkennis en technische vaardigheden verschaft het project aan de 18 deelnemers ook het benodigde technische gereedschap om na succesvol afronden van de studie aan de slag te kunnen in hun vak, in loondienst of als zelfstandig ondernemer.

Het project voorziet ook in vervoer om de cursisten in staat te stellen lessen te volgen en naar de stageplek te reizen. Dagelijks vervoer vanuit de omliggende dorpen naar Nyang’oma is voor veel arme gezinnen niet te betalen. Daarom stelt het project fietsen ter beschikking aan cursisten die dat nodig hebben.

Het beoogd projectresultaat is dat 18 gehoorgestoorde jongeren worden opgeleid tot vakkundig timmerman, kleermaker, lasser of monteur, waarbij ze praktische vaardigheden opdoen waar lokaal veel vraag naar is en waarmee ze in principe zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

Bovendien zal het project het bewustzijn in de gemeenschap vergroten over de mogelijkheden die gehandicapte jongeren hebben om als vakman opgeleid te worden en carrière te maken.

Afgestudeerden worden ondersteund bij het vinden van werk of het starten van een bedrijf, wat zorgt voor duurzame inkomsten en werkgelegenheid.

De continuïteit van de activiteiten van de school wordt gegarandeerd door de inkomsten uit lesgelden, samenwerking met lokale bedrijven, overheidssteun en bijdragen van alumni.

Lesgelden helpen om een ​​deel van de opleidingskosten te dekken.

Partnerschappen met lokale bedrijven zorgen voor ondersteuning in de vorm van leermiddelen en materialen, stageplaatsen en financiering.

Samenwerking met lokale autoriteiten maakt de integratie van het lesprogramma in nationale trainingsprogramma’s mogelijk en daarmee duurzame financiering vanuit de overheid.

Succesvol afgestudeerden worden aangemoedigd om de opleidingen te ondersteunen door middel van mentorschap en kleine donaties.

De opleiding en stage van 18 dove en/of slechthorende jongeren kost € 2.000 aan lesgeld en nog eens € 400 aan opleidingsmateriaal. Om sommige cursisten van fietsen te kunnen voorzien is daarbovenop € 1.800 nodig. Om geslaagde cursisten na afloop van de opleiding uit te rusten met essentiële gereedschappen voor het uitoefenen van hun beroep is € 1.200 nodig.

Met een eigen bijdrage van ongeveer 10% van het Instituut heeft dit project alles bijeen nog € 4.800 aan externe financiering nodig.