Beroepsopleidingen voor tienermoeders in Kenia
Homa Bay, Kenia

De Van Doorn Stichting gaat ADWG helpen om in Homa Bay een beroepsopleiding voor tienermoeders op te zetten en daarmee de seksuele en economische uitbuiting en het misbruik van meisjes een halt toe te roepen. ADWG wil binnen een periode van twee jaar 300 tienermoeders voldoende vaardigheden aanleren om in economisch opzicht autonoom te worden.

Het project is in samenwerking met de Stichting Tools To Work uitgevoerd die de revisie van (tweedehands) machines en gereedschappen en de verscheping ervan naar Kenia heeft verzorgd.

Project is succesvol uitgevoerd

Ingezameld: € 4.000,-

Sponsor: Hofsteestichting

Projectinformatie
De situatie

Homa Bay wordt beschouwd als een van de hot spots voor politieke instabiliteit in Kenia doordat oppositiepartijen in deze regio de meerderheid vormen. De regio heeft te maken gehad met grote onrust na de verkiezingen in 2007/2008 en 2013. Vroeger vormde landbouw de ruggengraat van de regionale economie. Maar als gevolg van onvoorspelbare klimatologische omstandigheden en daardoor zeer slechte prestaties in deze sector is dit niet langer het geval. Het is dan ook noodzakelijk om andere beroepssectoren te ontwikkelen, maar dat gebeurt onvoldoende als gevolg van een gebrek aan overheidsinvesteringen.

Homa Bay vertegenwoordigt slechts 3,3% van de werkende klasse in de provincie en de werkloosheid onder jongeren is hoog; niet zozeer omdat er geen werk is, maar omdat er een gebrek is aan jongeren die over de benodigde beroepsopleiding en specifieke vaardigheden beschikken.

Het belang van het project

Uit statistieken blijkt dat de toename van HIV/aids-infecties onder de jeugdige bevolking in Homa Bay het groots is van de regio. Meisjes worden het meest getroffen en de gemeente staat landelijk op nummer twee qua aantal tienerzwangerschappen (33%). De situatie van de jonge meiden verslechtert als zij als geïnfecteerde in de aidsfase terechtkomen en de kosten voor medicijnen te hoog zijn voor de gezinnen die economisch toch al achtergesteld zijn.

De negatieve ontwikkeling bij jonge meisjes is het grootst als een of beide ouders overlijdt; dit resulteert vaak in gedwongen kinderarbeid, een gedwongen huwelijk en een tienerzwangerschap. Veel van deze meiden gaan naar de oevers van het meer om werk te zoeken bij de vissers, waar ze uiteindelijk seksueel en economisch worden uitgebuit en misbruikt. Ze stoppen met scholing en worden zo jonge moeders die niet over de vaardigheden en kennis beschikken die nodig zijn om voor hun kinderen te zorgen.

De uitvoerende organisatie

Ayaga Dani Widows Group (ADWG) is een gemeenschapsorganisatie die in 2002 werd opgericht en zich in eerste instantie concentreerde op het welzijn van weduwen. Maar vanwege de regionale ontwikkelingen heeft ADWG haar doelen aangepast en streeft men er nu naar om met name werkloze meisjes / jonge vrouwen een passende beroepsopleiding te laten volgen: opleidingen tot kleermaker, kapper en manicure/pedicure voor kleine en middelgrote dienstverlenende ondernemingen en opleidingen in het gebruik van computers, internet en social media voor dienstverlenende bedrijven zoals informatie- en communicatiediensten.

De beroepsopleidingen van ADWG zijn gericht op het trainen in vaardigheden waarvoor daadwerkelijk een marktvraag bestaat; om de vijf jaar wordt de marktbehoefte onderzocht om ervoor te zorgen dat het centrum geen mensen opleidt voor werk waar niet langer een vraag naar is.

Het beoogde projectresultaat

Het belangrijkste doel van ADWG is ervoor te zorgen dat tienermoeders aan de slag kunnen als kleermaker en kapper. ADWG heeft er vertrouwen in dat met dit project de 300 geregistreerde tienermoeders binnen twee jaar voldoende vaardigheden aanleren om in economisch opzicht autonoom te worden. Daarnaast wil het trainingscentrum zichzelf in stand kunnen houden en uiteindelijk in staat zijn om meer kansarme jongeren te bereiken met opleidingen op meer locaties – het doel is om met een kleinschalige aanpak een zo groot mogelijk impact te hebben! De kosten voor de training en het cursusgeld worden zo laag mogelijk gehouden om de opleidingen toegankelijk te houden voor zoveel mogelijk jongeren. Bovendien kunnen de ouders dan geld blijven besteden aan andere belangrijke zaken voor de opvoeding en medische verzorging van hun kinderen.

De kans op duurzaamheid

Met steun van de Van Doorn Stichting heeft ADWG voor het trainingscentrum een ondernemingsplan ontwikkeld. Hierin is uitgewerkt welke doelstellingen het centrum wil bereiken, hoe het centrum efficiënt kan werken en hoe duurzaamheid kan worden bereikt.

Voor het eerste jaar zijn de kosten begroot op € 55.500 waarvan € 9.200 aan eenmalige investeringen in lesmateriaal. De daaropvolgende jaren worden de jaarlijkse kosten op € 44.000 geraamd en de jaarlijkse inkomsten op € 53.000. Die inkomsten worden bereikt met cursusgeld en de verkoop van producten die door de leerlingen worden gemaakt.

Het verloop van het project

De organisatie beschikt over voldoende middelen om de operationele kosten te dekken (d.m.v. cursusgeld en de verkoop van producten) maar heeft fondsen nodig om de eenmalige investeringen te kunnen doen. Voor de kleermakers- en borduurcursussen is een investering van € 4.000 nodig, voor de kappers- en manicure-/pedicurecursussen € 3.100 en voor de computercursussen € 2.200.

De Van Doorn Stichting committeert zich in eerste instantie aan de financiering van het materiaal voor de kleermakers- en borduurcursussen, dat geleverd kan worden door de stichting Tools To Work uit Teteringen. Met de revisie van (tweedehands) machines en gereedschappen en de verscheping ervan naar Kenia is een bedrag van € 2.800 gemoeid, en met de aanschaf van lokale trainingsmaterialen nog eens € 1.200. Het totaalbedrag van € 4.000 is door de Hofsteestichting ter beschikking gesteld.

Het resultaat

De COVID-19 pandemie had gevolgen voor de uitvoering van het project zoals vertragingen in de verscheping van apparatuur (aankomst in juni 2020), het opschorten van alle opleidingen door de regering tot september 2020 en het verder opschorten van de opleiding toen een aantal trainees positief werden getest. Het is pas in februari 2021 dat de opleiding werd gestart, met om te beginnen 10 tienermoeders, en meer zodra dat wordt toegestaan.